Mensen die carnaval vieren in Kruikenstad Tilburg

Carnavalsbloed

Carnavalsbloed. Is dat bloed verdund door significante hoeveelheden alcohol? Voor menig student is carnaval een reden om vijf dagen lang (oké, zes, we pakken de donderdag er gewoon alvast bij!) te stappen en zuipen.

Dat was ’t voor mij ook. Maar ik werd vooral (bloed)dorstig van de muziek. Door weer en wind wanstaltige liedjes zingen die door een kleuter gecomponeerd hadden kunnen worden. En dat ook zijn, denk ik wel eens.

Nee, carnavalsbloed komt hooguit uit mijn oren tijdens het carnaval bij het horen van bloedirritante nummers van Lamme Frans of Goei Kachel (kan die niet een toontje lager met deze gasprijzen?). Tsjah, carnavalskrakers, ik kraak ze liever af.

Of bedoelen ze met carnavalsbloed eigenlijk carnavalsbloedarmoede? Die armoede krijg je inderdaad wel van de hopeloos hoge prijzen voor een recyclebare beker lauwe pis. Dat zijn niet mijn woorden, zo noemt oerbrabander Theo Maassen het zelf.

Je scheel betalen met je zuur verdiende carnavalsbloedgeld, dat is het. En die bierbrouwerijen, die kunnen nog het beste als carnavalsbloedzuigers verkleed komen.

Of uit de armoede zich in dezelfde kiel die de bloedfanatieke ‘echte locals’ elk jaar dragen, omdat ze zich door de belachelijke bierprijzen geen nieuwe kleding kunnen veroorloven. Terwijl de bloedirritante importvierders van de boven de rivieren elk jaar iets nieuws kopen?

Hoi, dansende banaan, piraat, boef en politie! Verzin eens iets origineels, verrassends en vernieuwends.

En dan heb je nog de typische carnavalsbloeddoorlopen ogen. Vermoeide ogen van de overdadige drank en overweldigende carnavalswagens. Al ontstonden mijn bloeddoorlopen ogen vooral door het huilen bij het zien van de bergen plastic, pis, glas en gekots in de stad.

Nee, écht carnavalsbloed, ik heb het duidelijk niet als geïmporteerde Brabander.

Dus ik beroep me tijdens carnaval graag op mijn 1000-smoezenboekje. Verzwikte enkels, verzwakte gezondheid, verzwegen ziektes en een carnavalsbloedbad, ik heb ze allemaal al ingezet.

En toch, toch stond ik zondagmiddag ineens met mijn bloedeigen dochter (want ja, zij is wél echt Brabants) tussen de meezingende malloten en dansende dronkenlappen. Oh, en mijn vrienden, al kun je ze zonder al te veel moeite ook onder die twee groepen scharen.

En het erge? Ik vond het nog best leuk ook. Dus carnavalsbloed? Nee, dat heb ik niet, maar ik heb er duidelijk ook geen carnavalsbloedhekel aan.

Laat de Zondagsman wat weten!